Vraag 1: Heeft het college voldoende zicht op overtreding van regelgeving in onze gemeente met het verstrekken van PGB’s in de WMO? Zo ja, hoe is dat beeld en geeft dit beeld naar uw oordeel aanleiding tot (aanvullende) maatregelen?
Zo nee, hoe bent u voornemens om hier wel voldoende zicht op te krijgen?
Antwoord:
Wij hebben geen totaalbeeld van de overtreding van regelgeving in onze gemeente met het verstrekken van PGB’s in de WMO. Het is ook niet reëel om te veronderstellen dat wij een totaalbeeld van de overtreding op de regelgeving in onze gemeente kunnen krijgen. Signalen die bij ons binnen komen worden serieus beoordeeld en opgepakt.
Het huidige toezicht op de regelnaleving van PGB’s vindt signaalgestuurd plaats. Via verschillende kanalen krijgen wij signalen binnen m.b.t. onrechtmatige inzet van zorggelden. Dit zijn signalen die kunnen wijzen op PGB fraude, maar ook onrechtmatig gebruik van ZIN gelden. Deze signalen komen soms rechtstreeks binnen, worden opgemerkt door de consulenten of komen binnen via het SVB portaal. Deze signalen worden opgepakt en verrijkt. Op dit moment zijn er geen signalen dat er sprake is van grootschalig PGB fraudes in onze gemeente.
Dit jaar willen we - naast signaalgericht toezicht - ook steekproefsgewijs en risicogericht gaan controleren, om daarmee meer zicht op (ontduiken van ) regelgeving in onze gemeente met het verstrekken van PGB’s in de WMO te verkrijgen. Daarom zijn wij op dit moment aan het bekijken hoe wij steekproefsgewijs declaraties van zorgaanbieders (PGB en ZIN) kunnen controleren (de verwachting is na de zomer, zie ook vraag 4).
Vraag 2: Deelt het college de opvatting van de VVD fractie dat misbruik van deze middelen in onze gemeente waar mogelijk moet worden voorkomen en zo nodig met kracht moet worden bestreden?
Antwoord:
Ja, het college is van mening dat misbruik met kracht moet worden bestreden, met name door bij het beschikken van PGB’s extra aandacht te besteden aan het voorkomen van misbruik van deze middelen. In het aanvraagproces van een PGB zijn er verschillende manieren om de PGB-houder vooraf te toetsen.
Een Persoonsgebonden budget (PGB) voor WMO of Jeugdzorg wordt toegewezen door een consulent van de gemeente. De consulent maakt een beoordeling of een inwoner in staat is om zelfstandig een PGB te beheren (of een andere budgethouder zoals een familielid). Er wordt een PGB plan ingevuld door de cliënt en besproken met de consulent. Hieruit moet blijken dat cliënt in staat is het PGB te beheren. En duidelijk moet zijn aan welke doelen wordt gewerkt. Als bij een evaluatie blijkt dat er niet gewerkt is aan het doel wordt in een gesprek aangegeven om eventueel over te gaan op zorg in natura.
Vraag 3: Heeft het college een plan van aanpak om langs diverse lijnen adequaat op te kunnen treden tegen PGB zorgfraude?
Antwoord:
Op dit moment is het toezicht op rechtmatigheid, zoals gezegd, signaal gestuurd. Daarvoor is vorig jaar een afzonderlijke toezichthouder rechtmatigheid aangewezen (SV Land) die los staat van het kwaliteitstoezicht ((VGGM). Het college onderzoekt de mogelijkheden om het toezicht op rechtmatigheid (ook voor kwaliteit) meer steekproefsgewijs en risicogestuurd vorm te geven. Naast PGB fraude willen we in de 2e helft van 2018 ook controles op levering van zorg (ZIN) uitvoeren. Voor de omvang van steekproeven zijn we met onze accountant in overleg. Daarnaast willen we kwaliteitseisen formuleren waar een PGB zorgaanbieder die zorg levert in PGB aan moet voldoen.
Vraag 4: Kan het college aangeven of en zo ja wanneer en welke aanvullende concrete stappen ze op kortere termijn gaat zetten?
Antwoord:
Op dit moment is het toezicht op rechtmatigheid, zoals gezegd, signaal gestuurd. Het college onderzoekt de mogelijkheden om het toezicht op rechtmatigheid (ook voor kwaliteit) meer steekproefsgewijs en risicogestuurd vorm te geven. Naast PGB fraude willen we in de 2e helft van 2018 ook controles op levering van zorg (ZIN) uitvoeren. Voor de omvang van steekproeven zijn we met onze accountant in overleg.
Daarnaast willen we ontsporing vanzelfsprekend zoveel mogelijk vooraf vermijden. Daartoe zijn in de verordening algemene kwaliteitseisen opgenomen (artikel 10 en artikel 12, lid 7). Deze eisen gelden zowel voor ZIN als PGB. Meer gedetailleerde en zorg-specifieke kwaliteitseisen zijn voor ZIN aanbieders binnen de aanbestedingsprocedure geformuleerd als voorwaarde voor product- en dienstverlening. Aanbieders PGB werken niet via een dergelijke aanbestedingsprocedure maar dienen wel aan vergelijkbare kwaliteitseisen te voldoen. We willen de kwaliteitseisen aan ZIN aanbieders verder formaliseren voor de PGB-aanbieders en handvatten geven hoe deze kwaliteitseisen in de praktijk gehanteerd kunnen worden.
In de zomer van 2018 wordt een plan van aanpak opgesteld. Na de zomer zullen de acties worden uitgezet. Aan het eind van het jaar zullen we de resultaten van de eerste controles bundelen in een memo aan de raad.